maandag, september 21, 2015

Het land der dode zielen

Zie je, Mathias, zie je waar de zon ondergaat? Weet je nog waar ze vanmorgen is opgestaan, en langs waar ze langs de hemel is gereisd ?
Opa zat op het bankje in het park, stilletjes in de laatste zonneschijn, met zijn achterkleinzoon... Ze hadden gewandeld, hadden in de grote vijver gevist, maar hadden meest van al rustig zitten keuvelen, over de vogeltjes, de bijen, de hommels, de kevers en de gekke sprinkhanen in het gras.

Ze hadden van madeliefjes een kroontje gevlochten, die heel gauw stuk ging, en verloren en verslenst in het gras lag.

De kleine Mathias keek een beetje zoekend rond... Waar was die zon alweer opgestaan? Opa hielp hem "Weet je nog dat hij van achter de kathedraal omhoog kwam. Mathias knikte opgelucht. Opa wist het nog ! Opa was een bron van wijsheid voor de kleine Mathias.

Plots wees opa gans de andere kant op: "Kijk, daar komt de zon nooit !" Er sprak heel wat drama uit zijn stem... Mathias keek wat bang naar het Noorden, waar nooit zon is. "Daar is het land van de dode zielen" zei opa... Hij keek bezwerend in de ogen van de kleine Mathias.

Mathias wist precies wat "dood" was... Vorige week was zijn poes overreden door een vrachtwagen. Hij lag heel stil en heel plat op de straatstenen, en toen opa de dode kat van de weg plukte, bleef nog lang een bloedvlek op de straat staan. Ze hadden Poes in de tuin begraven, en ze hadden er een aster op geplant. "Daar komen straks allemaal blauwe bloempjes op, als kleine sterretjes" wist opa. Maar wat dode zielen zouden zijn, dat wist Mathias niet.

Opa vertelde... "Weet je wat braaf is en wat stout ?" Dat wist Mathias, dat moest hij wel eens horen, vooral als hij weer eens iets gedaan had tegen de honderden regeltjes die je wel leken in te kapselen. Bij opa waren er precies minder regeltjes dan bij mama en papa, en wellicht was dat een van de redenen dat het zo plezant was bij opa. Mathias knikte ijverig. Opa keek hem bedachtzaam aan... "Goed zijn is meer dan braaf zijn..." Dat ging dan weer een beetje te ver voor Mathias. "Braaf zijn is doen wat je moet en mag, goed zijn is meer dan dat... Weet je nog die bedelaar aan de bazaar? " Mathias knikte, opa had hem een euro gegeven, een euro die Mathias wel zelf wou hebben, om snoep mee te kopen. "Had je niet liever zelf die euro gekregen?" Hé, opa leek wel te weten wat hij dacht. Hij knikte heel voorzichtig. "Dan kon je er snoep mee kopen" Opa wist echt wat hij dacht!
"Maar die bedelaar heeft helemaal niets, zelfs geen eten, geen drinken... Die heeft honger, echte honger en voor hem is die euro eten..." ... "Heb je al eens echt honger gehad, en geen eten gekregen?" Mathias fronste zijn kleine voorhoofd... Nee, hij kon geen zo'n moment bedenken.

"Je euro voor snoep is leuk, maar je euro voor eten, dat is noodzaak. " Mathias keek wat weifelend bij dat "noodzaak"... "Dat is nodig anders gaat de bedelaar dood!" Mathias zag in zijn verbeelding de bedelaar op straat liggen.

Stapje voor stapje legde opa hem uit dat "goed zijn" wel wat meer was dan braaf zijn, gehoorzaam zijn. Goed zijn gaat een stap verder, is iets wat je niet MOET doen, maar wat je doet omdat je anderen wil helpen... Ondanks dat dit betekent dat je dan je snoepje verliest...

Mathias snapte het, en begon zelf voorbeelden van goed zijn te verzinnen. Nu en dan verbeterde opa wat, nu en dan knikte hij, en heel de tijd lachten zijn ogen vriendelijk...

"Braaf en stout, dat is wel of niet gehoorzamen aan regeltjes. Regels zullen er altijd zijn, nu, maar ook als je groot bent. Soms lijkt het wel of er haast geen plaats meer is tussen alle regels en reglementen..."opa zuchtte even, en zweeg een poosje, denkend aan heel wat dingen die hem zelfs nu achtervolgden met regels en reglementen... "die moet je wel volgen... anders is er altijd wel een of andere straf... Maar goed zijn, iets doen voor een ander, iets wat niet moet, maar wat je doet zo maar voor de ander... dat is waar je ziel van groeit !"

"Heb je water gegeven aan de aster ?" Mathias moest even denken, dan wist hij weer dat een aster de plant was waar ooit blauwe bloempjes zouden aan komen. "Eén keer!" Hij keek wat bang. "Dan gaan we straks, als we thuis zijn, nog eens water geven" besliste opa. Mathias keek opgelucht.

"In de mens zit een ziel, iets meer dan je kunt zien, iets wat groeit van het goede, en bij braaf zijn alleen maar niet wegkwijnt, en bij stout zijn dreigt dood te gaan... Zoals het plantje, je moet het water geven om te blijven bestaan, maar je moet het ook nu en dan wat mest geven om echt te groeien en te bloeien. " " Je moet je ziel niet alleen maar in leven houden, niet alleen maar braaf zijn... Je moet het ook nu en dan wat water en mest geven... Zoals die euro aan de bedelaar... Goed zijn is water en voedsel voor de ziel..."

"Mensen die alleen maar braaf zijn en goed opletten, die hebben op den duur een dode ziel... en als ze dood gaan, dan gaat ook hun ziel dood en komen ze terecht in het koude land van de dode zielen..."
Opa zuchtte..
"Dat is wat te moeilijk hé, kleine man?"
Mathias greep vol vertrouwen de grote grove hand van opa... "Gaan we morgen weer vissen?"
Opa lachte... "Als je mag van mama en papa !"
"Ik zal wel mogen !" Mathias danste voorwaarts, naar huis toe, aan de hand van opa...

Tot de volgende ?

1 opmerking:

richard C baert zei

Mooi geshreven, je bent een rasverteller, Antoon