donderdag, september 24, 2015

en het licht scheen in de duisternis

Vanmorgen, ik sta altijd als eerste op, maar dan ga ik eerst turnen, dan mij wassen en dan maak ik de bedden op en doe mijn kleren aan... "Dju, het is nog donker als ik opsta !" "Ja, nog een beetje en we kunnen de rolluiken nog wat dicht laten als ik (Anny) opsta!"
Volgens seniorennet stond de zon vandaag op om 7.31' uur... Het licht is er wat vroeger, komt voor de zon uit over de einder gekropen, maar met de bewolking klopt het dus: het is 's morgens nog donker om 7 uur...

En zelfs nu zit ik hier aan mijn pc, onder het licht van de gloeilampen boven mijn hoofd. Van die gekke dingen, die spaarlampen die in een sierlijk krollewietje willen verbergen dat het eigenlijk een soort tl-lampen zijn. (Ik weet niet of dit technisch inderdaad zo is, maar het lijkt er heel sterk op !)

Kortom, we zijn begonnen aan die lange donkere maanden... Het wordt pas laat licht, en al heel vroeg is het donker...

Dat uit zich niet alleen in het aantal lumen, nee, je ziet het aan de samenleving, aan de manier van leven van de mens...

Om 20 uur zijn zowat alle rolluiken al dicht, zijn de mensen in hun coconnetje verdwenen. Hier en daar een uitzondering, die zich niets van de inkijk in zijn doen en laten aantrekt, of iemand die er alles op zet om zijn nieuwe meubels te tonen... Maar om acht uur s' avonds tot acht uur 's morgens gaat de wereld dicht. Je ziet nog wel een wagen voorbij rijden, maar ook die is duister en de mens er in onzichtbaar, onherkenbaar.

We zitten veilig voor alle blikken, in de knusse zetel voor het idiote scherm naar idiote programma's te kijken, en ons te ergeren aan het idiote (Waarom blijven we dan kijken?). We knabbelen aan verboden dingen, chips, kaas, nootjes en drinken een glas wijn of bier. We zitten toch veilig in ons nestje, afgeschermd van vreemde blikken. We voelen ons veilig, warm en ongezien.

Gek eigenlijk, want als je op een zomeravond in diezelfde zetel zit, naar diezelfde tv zit te staren, naar die zelfde idiote programma's, dan zien ze je wellicht ook niet, want in het nog helle buitenlicht, lijkt de inhoud van de huizen in een schemerdonker te zitten... Maar we hebben niet de echte zekerheid ongezien te zijn...

En dan ?

Waarom willen we ons zo graag onzichtbaar maken?
Omdat we dan eindelijk die bovenste knoop van de spannende kledij kunnen en mogen openzetten? Omdat we dan niet echt behoorlijk zitten, rechtop, de benen netjes gesloten, omdat we dan niet in alle vrijheid in onze neus kunnen pulken? Omdat we dan wel dat extra glaasje kunnen drinken, ongezien door vreemden? Omdat we dan onzichtbaar zijn voor allen die op een of andere manier onze meester zijn? Ons bevelen, ons een dieet voorhouden, ons pillen doen slikken, ons voorhouden dat we meer moeten bewegen????

Omdat we eindelijk het gevoel hebben "vrij" te zijn...

Eigenlijk is het allemaal een illusie...

Sta je soms in de file? Op een of andere manier voelt de mens zich in zijn auto ook in een coconnetje, voelt hij zich veilig voor de buitenwereld. Je ziet mensen in hun neus peuteren, je ziet ze gapen en geeuwen zonder het handje netjes voor de mond te houden... Ze voelen zich veilig, beschut in hun eigen nestruimte. Wellicht is dat één van de redenen waarom het zo moeilijk is om ze te verhinderen te telefoneren, te roken in hun eigen veilige mijn-auto-mijn-vrijheid-gevoel.

Waarom doen we dat eigenlijk?
We zouden de vraag ook kunnen omkeren... Waarom leggen we ons van die gekke regeltjes op, die ons verhinderen in onze neus te pulken waar en wanneer we willen?

Conventie, gedragsregels, beleefdheidsnormen... allemaal regeltjes, allemaal dingen waar we op moeten denken, waar we rekening moeten mee houden... Let op !!! Die regeltjes veranderen nogal eens met de plaats waar je terecht komt ! Boeren aan tafel is in sommige landen een vorm van ultieme beleefdheid...
Kortom, we maken ze zelf, die regeltjes. We leggen ze ons zelf op.
Ik raak altijd in de knoop met de beleefde kus als een vorm van begroeting... Waar ik opgroeide was dit ondenkbaar, je kuste niet zomaar ! Toen ik hier kwam wonen, kwam ik in een streek waar men je wel begroette met een kus... Wat zeg ik ? Een kus ? Hier is het er ééntje, daar zijn het er drie, en als mijn Waalse vrienden komen, dan zijn het er vier. Geen wonder dat ik soms in de knoei raak bij al die regeltjes.

Maar sinds een jongedame me, na het zien van de foto in het tijdschrift "Houvast", me een "grote lieve knuffelbeer" heeft genoemd, neem ik dat als een vrijgeleide om de regels toe te passen zoals het mij invalt... Als het een heel mooie dame is geef ik haar 5 kussen. Nah !

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: