vrijdag, juni 05, 2015

Bobbie

We hadden de kinderen beloofd dat ze een hond kregen... Sindsdien hadden we geen rust meer, de hond moest en zou er komen.
Op een zaterdag reden we naar Ronse, want daar was een veearts die een soort asiel had. We belden aan, en werden naar de ruimte geleid die vol zat met honden. Heel mooie rashonden van allerlei soorten, die duidelijk de voorkeur genoten van de veearts, en helemaal achteraan een kleine zwarte pup, die heel triest zat te zitten, maar meteen opgewonden naar de tralies vloog toen hij de kinderen zag. Wat de veearts ook vertelde, onze keuze was gemaakt: die kleine zwarte pup moest en zou het zijn.
We mochten de hond nog niet mee nemen... Het was een verloren gelopen beestje, en er was nog steeds een mogelijkheid dat de eigenaars het zouden komen opeisen... We moesten veertien lange dagen wachten...

Eindelijk was die zaterdag daar, en voor dag en dauw zaten alle drie de kinderen bij ons op ons bed. Of het nog geen tijd was, of we nog niet...
Ik bracht het gesprek op de naam "Hoe zouden we het hondje heten?"
Het regende namen, maar iedere naam die naar voren werd gebracht werd door de anderen af gekeurd en gekraakt tot er niets meer van over bleef... Het bleef duren, de hond was er nog niet, en er was al discussie, haast ruzie over... Tenslotte zei ik: "Als je dan echt niet overeen komt, dan nemen we gewoon de naam die elke hond heeft: bobbie !"
Ze keken elkaar een moment aan, en knikten toen alle drie.

Eindelijk was het tijd. We zouden naar de veearts gaan en vandaar nog rap eens naar de GB om nog wat inkopen te doen. Ze knikten, alles was goed, als de hond er maar kwam.

We kregen de pup, na een deel formulieren te hebben ondertekend, en de toelating te hebben gegeven dat ze de hond mochten komen zien om te controleren of we wel goede baasjes waren... en dan naar het eigenlijke asiel, ze kregen de hond in hun armpjes, het beestje kronkelde in hun armen van tevredenheid, en likte de kinderen waar hij maar likken kon.

Toen wij in de auto stapten, roken wij de hond...
Heb je ooit al een hond uit een asiel gehaald ? De geur van het asiel, van al die dieren lijkt zich te concentreren in jouw nieuwe aanwinst !

We reden naar de GB, en de kinderen bleven alle drie in de auto, bij de hond, bij Bobbie ! Naast de gewone aankopen voor het gezin brachten we ook een riempje en een halsbandje mee...
Thuis gekomen was het eerste werk het wassen van de hond. In het grote bad zag je het kleine beestje haast niet staan, maar uiteindelijk rook het hondje gewoon weer naar één hondje, en niet naar een heel asiel. Ik denk dat er nooit een hondje zo moe was als bobbie die eerste avond bij de kinderen.

We hebben nooit meer zo'n hond gehad. Dat was de ideale kindervriend. Ons huis was een thuis voor haast alle kinderen uit de wijde omtrek, en bobbie werd de hond van alles wat kind was.
Hij moest de slede trekken in de winter, ze gingen er mee "op jacht" en vertelden hoe ze haast een fazant gepakt hadden, ze wandelden er mee, ze lieten het beestje zich afjakkeren naast hun fiets, ze stonden op en gingen slapen met bobbie...

Bobbie was geen gewone hond, hij had geen stamboom, geen ras, maar hij liep een ladder omhoog, en liep de ladder, de kop naar beneden ook weer af. Hij jaagde alle katten na, uitgenomen de onze. Op een keer jaagde hij een kat na, die de trap op rende naar het platform, en vandaar het dak op liep, tot op de vorst van het dak. Tot de verbijstering van het kattenbeest liep de hond hem na, en de kat kon zich alleen redden door op de schoorsteen te springen, waar hij als versteend van schrik zat te staren naar de hond onder hem, op de vorst van het dak. Wij riepen Bobbie bij ons, en tegen zijn zin kwam hij het dak af... De kat bleef doodstil zitten.

Toen wij een uur later buiten kwamen, zagen wij tot onze verbazing de kat nog steeds onbeweeglijk zitten op de schoorsteen. Het beestje was warempel versteend van schrik ! Ik ben van arremoe het dak opgekropen om de kat van de schoorsteen te plukken en naar beneden te brengen. Ik denk niet dat die kat ooit nog in onze tuin is gekomen !

Buiten onze Koen waren de kinderen al allemaal het huis uit, toen Bobbie van de veearts het bewuste euthanasie-spuitje kreeg. Het beestje kon niet meer lopen, wist niet hoe zich te houden van de pijn in alle gewrichten en door zijn kapotte rug. We waren er allemaal niet goed van.
Dat spuitje was om hem verdere pijn te besparen, maar zijn dood deed ons pijn.
't was maar een hond... Nee, het was Bobbie, die kleine zwarte rakker die voor onze kinderen een groot deel van hun opvoeding was.
Ieder kind zou een hond moeten hebben, maar dan een goede hond, niet noodzakelijk een rashond, maar een echte vriend voor de kinderen !

een Bobbie !

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: