zondag, april 06, 2014

De kleikorrels

Ik heb een waterlelie in zo'n speciaal mandje geplant, in een mengsel van vijvergrond en kleikorrels. "Je moet er kleikorrels in doen, dan groeien ze beter!"
Ik, brave jongen heb dat gedaan...
Blijkbaar vond een van mijn vissen die korrels heerlijk om mee te voetballen of te basketten, of wat vissen ook doen, en daar kunnen die kleikorrels dan weer niet tegen... Ze lossen op.
Ik heb nu een mooie vijver, met grijs water.
Kleikorrels zijn heel klein, als keramieker weet ik dat ze 0,002 mm of kleiner zijn. Als de korrels groter zijn, dan is het zand, aarde, maar geen klei.
Ik denk dat die in de vijver nog kleiner zijn, want ze hebben geen enkele behoefte om naar de bodem te zakken of om in de filter te blijven hangen... Nee, ze stromen heerlijk door en blijven heerlijk zweven, en vormen zo een grijs water.
Eigenlijk ziet het er natuurlijk uit.
Heel wat viswaters zien er ook zo uit, meer zelfs, het is niet plezant vissen in een water die kristalhelder is, en je hebt de indruk dat vissen er ook niet echt op hun gemak in zijn, als het een viswater betreft... Maar voor onze vijver in de tuin verlangen wij, mensen, geen natuurlijk water, maar dat kristalheldere water, waarin we de vissen zien zwemmen. Waarom zouden we er vissen in zetten, als we ze niet zien?

Maar misschien vinden de vissen het wel heerlijk ?

Oh ja, er ging heel wat werk vooraf aan het planten van de waterlelies...
In de loop van de winter, zijn de tuiniers hier geweest, en door hun werkzaamheden waren heel wat dode bladeren en takjes in de vijver gevallen, en een groot deel daarvan was naar de bodem gezakt. Bij de grote vijver heb ik de grootste massa van dat bodemslib er uit geschept, met een schepnet.  Zo'n 15 emmers dode bladeren, modder en takjes heb ik netjes in de tuin uitgespreid als humus voor de bloemen. Wat er nu nog in ligt, is zo weinig, dat het geen kwaad meer kan doen. Maar de kleine vijver, dat was iets anders ! Daar waren door al die bladeren, de vissen gestorven... de meeste hebben we kunnen redden door over te scheppen naar de grote vijver, maar ik betrouwde dat water toch niet meer, dus hebben we die kleine vijver leeg geschept, en netjes gekuist...

Niets aan de hand zou je denken...
Maar de mens wikt, maar de pad beschikt...
Terwijl we emmer water uitschepten, ontdekte ik plots een paar padden die aan het paren waren in de vijver... Niets aan te doen... We namen een emmer, en schepten water met het aan elkaar vastzittende paar padden op, en zetten ze aan de kant. We zouden ze straks wel weer in de vijver poten... Even later zag Anny nog een pad zwemmen... Opgeschept en bij de twee gezet... En warempel een tijdje later nog een. Anny probeerde die aan land te deponeren, maar zo vlug als kijken kroop het dier terug de vijver in... Dan ook maar in de emmer gezet, tot straks.

Ik moet zeggen, het medelijden met de padden heeft ons veel rapper doen werken dan we anders zouden hebben gedaan, en in een uur was de vijver leeg en gekuist. Dan maar weer water in doen... De beide vijvers staan normaal in verbinding, de kleine vijver ligt een stuk lager dan de grote, en daar zetten we een pomp in, die het water op pompt tot in de grote vijver. Via een watervalletje en een beek vol planten, loopt het water dan terug naar de kleine vijver. Dus vullen we de kleine vijver op langs de grote om... Dan krijgen de beide vijvers meteen een injectie van nieuw fris water, en wordt meteen ook de beek en de planten van water voorzien. (In de winter laten we de pomp niet werken, omdat we dan veelal miserie hebben van het ijs die de beek en de watervalletjes doet bevriezen, waardoor er geen doorstroom meer is...)

Zodra het water in de kleine vijver op een niveau was die hoog genoeg was om de pomp in te schakelen, hebben we niet alleen die pomp doen draaien, maar hebben we ook de padden uit de emmer in de vijver gezet... Blijkbaar waren het nu drie mannetjes en een vrouwtje. Het mannetje dat "de buit" veroverd had, hield haar stevig omklemd, en stampte met zijn achterpoten de mededingers van zich af. Nu en dan greep een van de vrije mannetjes per malheur een concurrent beet in plaats van het vrouwtje, en dan hoorde je het omklemde slachtoffer dat kleine paddenkwaakje schreeuwen. Een pad kwaakt niet, het piept veeleer.

Of er nu eitjes zijn gelegd, of het nu met behulp van het omklemmende mannetje is gebeurd? We weten het niet. Wellicht wel, en dus is de kans groot, dat we binnen een paar weken kleine kikkervisjes gaan zien zwemmen in de kleine vijver... Zoals we dat bijna ieder jaar weer zien. Zo is de tuin weer een beetje natuurlijker... En hebben wij mooie padden die de tuin onderhouden.
Mooie padden, want heb je al eens gekeken hoe mooi de ogen van een pad zijn? Veel mooier dan die van de kikker, die dan weer een mooier lijf heeft. Zo is de natuur... Altijd mooi, ook bij die diertjes die we lelijk vinden.

Als er kleine padden in de vijver komen, dan zullen we weer een plankje leggen, van in de vijver naar de tuin, zodat die piepkleine diertjes makkelijk de tuin kunnen bereiken. Ik denk dat er niet zo heel veel de volwassenheid bereiken... Anders zouden er wellicht meer padden naar het vijvertje zijn gekomen... Of misschien trekken een deel van de padden verder weg, en zitten er nu in de vijver van de villa hier iets verder, padden die ooit uit mijn vijvertje kropen...

Ik hoop het... Dan hebben we een ietsiepietsie bijgedragen aan de natuur... En geef het maar toe, die natuur heeft momenteel alle hulp nodig die het krijgen kan !!

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: