vrijdag, oktober 19, 2012

Dokter Griepspuit

Bahasa Indonesia: Tim Dokter Pusdiklat Depdiknas
Bahasa Indonesia: Tim Dokter Pusdiklat Depdiknas (Photo credit: Wikipedia)
Nu pas zie ik hoe ik kort genoteerd had dat we om onze griepspuit moesten... De brave dokter heeft een heel andere naam, die helemaal niets dokterachtig heeft, hij noemt gewoon Devos...

Maar ik vind het wel leuk, dokter Griepspuit... De eerste preventieve doktersnaam in plaats van de curatieve namen.

We zijn dus om ons inspuitingen geweest, Anny en ik. Ik heb hem gezegd dat het de laatste keer was, als we weer een valling kregen van die spuit. Hij repliceerde dat het een spuit was tegen de griep, niet tegen verkoudheden. Waarop ik weer: dat wil niet zeggen dat je ons daarom een verkoudheid moet inspuiten hé !... Dokter Griepspuit: "Ssst, dat mogen ze niet weten!"

Toen hij de eerste keer op visite kwam, wist hij niet goed hoe hij moest reageren op mijn soms stekelige humor. Nu is hij mij gewoon, en krijg ik lik op stuk. Heerlijk zo'n dokter ! Ik hou niet van die dokters die "medelijden" hebben, en die voortdurend willen troosten, en je daarbij nog veel zieker maken dan je al waart. Nee, geef mij maar een dokter die kan lachen, die je doet lachen, zodat je je leed een beetje naar achter kunt schuiven.

Zelfs mijn apotheker kent mij nu al op een prik, en reageert al even spits als dokter Griepspuit. Ik vind dat heerlijk ! Ik hou nu eenmaal niet van die compassieuze (van compassie) blikken, en dat schijnbare meevoelen... Ik kan het ook niet naar anderen toe. Ik denk dat ik dat mee heb van ons moeder, die zei ons altijd: "Harde dokters maken zachte wonden", en dan wreef ze heel hard met het washandje met veel zeep er op in de wonde die wij gevallen hadden. Mijn jongste zus is daar nog steeds een beetje het slachtoffer van. In haar knie zitten wellicht nog steeds as-deeltjes, die er door ons moeder liefderijk ingewreven zijn, "om het te zuiveren"...

Ons moeder had wel medeleven, maar dat toonde ze nooit, dat was een teken van zwakheid. Je moet hard zijn om het leven aan te kunnen. Dat is mij meegegeven met de paplepel. Het ging zelfs wat te ver, zo ver, dat ik niet ziek wilde zijn. Ook al had ik koorts en hoestte ik hartverscheurend. En toen de dokter ooit had gezegd "Zolang hij kan eten, is het goed", at ik zelfs met hoge koorts... Mijn lichaam reageerde daar zelfs op !

Als ik nu vaststel dat ik voortdurend zou kunnen eten, dat ik voortdurend een hongergevoel heb, dan weet ik dat ik al de ziektekiemen in mijn lijf heb, en dat ik binnen een paar dagen met een serieuze valling zit.

Andere mensen gaan net minder eten als ze ziek worden, ik meer. Het zit er in gebakken.

Als ik iemand zie, die toegeeft aan zijn kwaal, die "zijn oren laat hangen", die niet meer vecht, dan voel ik ergens boosheid in plaats van medeleven. Dat "je moet vechten", dat is mijn levensspreuk. Ik ben zo, dus moet iedereen zo zijn.

Ik weet wel dat het niet zo is, dat er mensen zijn die dat medelijden nodig hebben om zich mee op te peppen, maar ik kan het hen niet geven, het is sterker dan mezelf.

Ik wil wel helpen, maar dan door hen moed te geven, niet door medelijden.
Ze moeten zelf vechten.

En eigenlijk lijkt het er op dat ik een beetje gelijk heb ! Wie niet meer vecht, zal eerder ten onder gaan dan hij die vecht.

Die humor bij ziekte is daar wellicht een onderdeel van. En dat ik geen medelijdende dokter wil, dat is wellicht een stuk zelfverdediging, ik wil niet in iemands anders ogen kunnen lezen hoe ziek ik wel ben. Ik wil blijven vechten, en medelijden, dat ondergraaft die vechtlust.

Misschien is het ook niet de goede manier, maar het is de manier die ik ken, waar ik me goed bij voel, en die me aangeleerd werd. Ik ben als kind diverse keren zwaar ziek geweest, op sterven na dood... En wellicht komt dat vechten ook daardoor.

Er zit ook een nadeel aan vast... Als ik eigenlijk op ziekenbezoek zou moeten gaan bij heel zwaar zieke mensen, dan kan ik dat niet. Dan durf ik dat niet. Wellicht ben ik bang dat ik dan uit mijn rol zou vallen, dat ik toch zou toegeven aan dat medelijden, dat ik mijn eigen zo zorgvuldig opgebouwde stelling zou ondergraven... Mijn fortificaties durf ik niet stuk laten gaan, uit schrik dat ik ook voor mezelf die stelling niet zou kunnen behouden.

Mijn sterkte is dus eigenlijk ook mijn zwakte. Ik weet dat, maar ik hou er toch aan vast, met alles wat ik heb. Het heeft me altijd geholpen, ik wil die hulp niet kwijt.

Ik ben gek

tot de volgende ?
Enhanced by Zemanta

Geen opmerkingen: