donderdag, april 07, 2011

dementie

Eerste Wereldoorlog, gewondenImage by Nationaal Archief via FlickrGisteren zijn we bij tanteke langs geweest... Ze ligt daar nietig te wezen in het veels te grote hospitaalbed. Haar kleur gaat meer naar de kleur van oude eik, dan wel naar haar normaal kleurtje, en ze zit vol blauwe plekken, op haar keel zelfs een grote bijna zwarte plek. Of ze ons echt  herkende wist ik niet, maar ze lachte toch toen ze ons opmerkte. En dan begon ze te babbelen, bijna onverstaanbaar in het begin, maar op de duur begon ik klanken te herkennen, en hoorde ik dat ze aan het vertellen was wie er al allemaal waren langs geweest en hoeveel bier ze wel hadden gedronken. Ze noemde een boel namen op, waaronder Julia, mijn schoonmoeder, die al heel lang geleden de uitgang van de cinema van het leven heeft gevonden... Vroeger kon je wel twintig maal antwoorden op dezelfde vraag, nu hoeft dat niet meer, ze leeft nu in een eigen wereld.
Je ziet dat nog bij mensen die uit een zware verdoving komen, plots lijkt de dijk der dementie in één klap door gebroken.. Waar er voorheen nog enige herkenning was, lijkt alles nu in een klap weg geveegd.
We zijn niet lang gebleven, je kunt er toch niets doen. Maar op het eind bleek plots dat ze toch heel goed wist wie we waren, want ze aan al de bezoekers voor de andere patiënten wilde ze vertellen wie en wat ik was... Heel bizar, vooral toen ze wilde dat ik al die andere mensen ook zou kennen...
Ik hoop dat de nevel van de verdoving nog wat optrekt, maar ... afwachten maar.
Vandaar zijn we (eindelijk) op bezoek gegaan bij Jacky, een vroegere buur en goede kennis, die nu al maanden thuis verpleegd wordt door zijn Jacqueline. Beiden zijn al een end in de zeventig, en voor Jacqueline moet het een verdomd zwaar leven zijn. Jacky ligt daar te liggen spreekt niet veel meer, kan niet meer zelfstandig eten. Hij was al heel lang diabetes-patiënt, en heeft bovendien al zo lang ik hem ken, te maken met de gevolgen van een of andere tropische ziekte uit zijn Congo-tijd... Vorig jaar hebben ze zijn ene been afgezet tot aan de knie, en eigenlijk moest men ook het tweede been afzetten, maar dat durven ze niet meer gezien zijn toestand. Nu zijn daar stukken van die gewoon moeten afvallen... en ondertussen pijn doen. Dagelijks komen ze hem verplegen, maar de ondersteek en dergelijke, dat doet Jacqueline allemaal zelf. Dokters zegden haar dat ze hem beter in een verzorgingstehuis zou plaatsen, maar dat wil ze niet hebben: "Hij gaat hier maar buiten als hij zijn oogjes heeft gesloten, of als ik het echt niet meer kan!"
Dapper mens !
... en echte liefde...
Grenzeloos en mateloos. In goede en kwade dagen.
Wat kunnen kleine mensjes plots heel groot zijn !

Heb je, in zo'n omstandigheden, ook het gevoel, dat wij maar tot aan de knoesels komen van die mensen ? Ik kan me dan zo klein voelen...

Kijk, dat zijn voor mij de echte Heiligen ! Veel meer dan sommige van die zoeterige bidprentfiguurtjes ! Dat zijn mensen van vlees en been, met hun grote en kleine kanten, die plots zichzelf overstijgen en zich volledig ten dienste stellen van hun medemens, grenzeloos, mateloos geven... Ik geloof niet in dat zoeterige, in de levende bidprenten, maar des te meer in dat grootse.

En telkens ben ik dan ook blij, blij dat ik dergelijke dingen heb gezien en meegemaakt, dat ik weet dat er ook mensen zijn die geen oorlog voeren, maar alles doen, meer doen dan ze eigenlijk kunnen, voor een ander.
Dan ben ik weer blij bij de species Mens te horen...

tot de volgende ?

Enhanced by Zemanta

Geen opmerkingen: