dinsdag, mei 11, 2010

Wacht even een paar stonden...

De liefde in het Duits-Nederlands woordenboekImage by marie-ll via Flickr

Ik ben een boekenworm. En ik vind heel wat van die heel oude kanjers heel mooi, maar soms bots ik dan op een woord,
en dat ene woord voert mij dan weg uit het boek
naar een ver verleden
of naar een plaats vol vraagtekens...
Ik zat te bladeren in een boek van Abraham Hans, waar een jongeling een mooi meisje van tussen de rails van de spoorweg weet te rukken, en een paar stonden later raast den trein voorbij...
Die stonden deden het weer
Mijn eerste reactie was duidelijk Duits beïnvloed... Ik dacht bij me zelf: "als die trein maar een paar uur later voorbij komt, dan hoefde dat haastige geworstel en gewring niet eens...Want een Duitse stunde, dat is een uur. Maar dan viel ik terug in het verleden, en herinnerde ik me dat vroeger dat ook bij ons wel eens "gezeid wierd", "(wacht 'n stoendeke, k' goan doa go'n zien"- in 't Vlaams klinkt dat dan: wacht eventjes, ik ben daar seffens (geef toe in 't dialect klinkt dat veel smeuïger er sappiger))
En dan lag ik uren wakker, te denken of dat wel een algemeen gebruik was, of wie in onze omgeving dat zo zei... En dan dacht ik op Livin en Alida, of Meete en Peete van neven de deur, of andere oude mensen, want ik dacht niet dat ons moeder dat ooit zo zei...
Ik ben gek. Wie ligt er nu in hemelsnaam te dubben over een stom woord ? Een taalfanaat zoals ik dus...
En weet je, eigenlijk vind ik dat heerlijk! Je moet dus niet schrikken als ik soms (nog meer) van die archaïsche woorden ga gebruiken in mijn blogs. Ik vind nu eenmaal taal heerlijk. En die woorden mogen dan wat verdeemsterd zijn in het dagelijkse gebruik, ze zijn er nog wel, en wie weet is het juist goed dat ik ze red van een verder leven in een museum , een fles met sterk water waarin het woord stonde drijft... En dan zit ik te denken op andere oude woorden die wat verdwenen zijn: een tuimelperte, een snotjonk, een grote lobster, te fête en dergelijke meer. En dat brengt mij dan weer naar de taalverwantschap tussen diverse talen. Vooral in het dialect vind je de sporen van andere talen veel terug, meer dan in het nette Nederlands. Dat komt omdat in een gesproken taal, er een levende inbreng is, maar net zo goed een heel stuk van die oude gebruikte taal. Wellicht zijn daar restanten bij van de taal van de vele bezetters die hier ooit rondmarsjeerden, maar ook invloeden van de buurlanden, in de wijde zin, want in de dialecten van de kuststeden vinden we heel wat invloeden van het Engels en zelfs van verdere visgebieden... Neem daar bij in acht wat ik reeds heel wat keren debiteerde, dat taal niet stopte aan een of andere grens, nee, taal verliep gewoon, en als je naar Frankrijk ging, dan hoorde je in het Vlaams steeds meer Franse woorden en zinswendingen, tot je op een moment meer Frans dan Vlams (daar met één a) hoorde... Toendertijd was er niet zoveel migratie als nu, maar toch was er wel wat, er bleven al eens soldaten hangen aan een Vlaamse schone, en die soldaten kwamen overal vandaan, want toen waren er nog geen "Nationale" legers, maar benden huursoldaten. Het begrip Nationaal gevoel is pas ontstaan bij Napoleon. Voorheen voelden wij ons niet eens Vlaming, maar wel Nieuwpoortnaar, of Bruggeling, of Oudenaardist... Onze roots lagen toen veel dichter bij onze deur dan nu.
Dat was ook de reden dat er al echte taalverschillen waren tussen naburige gemeenten. Als ik deze namiddag op de hobby bezig ben, dan zal er ongetwijfeld wel weer minstens één keer gezegd worden dat Monique dat verkeerd zegt, dat ze niet meer in Eine woont, maar in Mater. (Tegen mij zeggen ze dat niet, ik kom van zooo ver dat mijn taal te verschillend is om nog op te reageren...) Maar Eine, dat ligt hier maar 5 km vandaan, en in vogelvlucht niet eens zo veel...
De laatste jaren verdwijnt het dialect wat, of liever, het versmelt veel rapper met de massale vreemde inbreng. De mensen zijn niet meer gebonden aan hun geboortestreek, ze vinden werk in een andere streek en verhuizen naar die omgeving, ze leren er een meisje kennen uit nog een andere streek en verhuizen dan naar halverwege tussen haar thuis, zijn thuis en de plaats van tewerkstelling, of gewoon, waar ze iets vinden... en hun taal wordt een mengelmoesje van allerlei dialecten, en hun kinderen spreken iets wat wel sterke familie is van de streektaal waar ze opgroeien, maar toch met inbreng van de taal van hun moeder en de taal van hun vader. En in de school dringen de leerkrachten dan aan dat men thuis ABN zou spreken (Want ze begrijpen soms de kinderen niet...)
En dan verdwijnt dat stondeke...
tussen de stijlen van het bed gevallen.
En sommigen zullen dan wel zeggen dat we beter allemaal ABN zouden spreken, dat we veel makkelijker met elkaar zouden omgang vinden en zo meer, maar ik hou het liever op een ABN dat alleen maar dient als gemeenschappelijke taal, en ik hou van dat mooie dialect, die levende en levendige taal van al die diverse streken. Tiens zond mij stukjes in het Tongers, ik kreeg al stukjes in het Limburgs, het Brabants, en uiteraard hier uit Gent, Ronse Mater en ga zo maar door en mijn eigen Oostends niet vergeten... Allemaal prachtige en eigen klanken en woorden. Wonderschoon...
Heb je al eens naar de vink geluisterd, ook die zingt Vlaams of Waals...
Als zelfs de dieren hun dialect hebben, dan moet het toch wel zijn dat dit een heel natuurlijk fenomeen is...En als groene jongen zeg ik dan dat je ook deze natuur niet moogt verkrachten!

tot de volgende ?


Reblog this post [with Zemanta]

Geen opmerkingen: