dinsdag, januari 26, 2010

Morgenstond...

Antwerp, Belgium 105 - Het Steen ("The St...Image by Claudio.Ar via Flickr

't Is weer vroeg dag...Veerle heeft de vroege, dus zijn wij bevorderd tot wekker voor de kleinkinderen, wij...lees Anny. Want ik mag nederig de zorg op de honden op mij nemen, en koffie zetten. Een hele bevordering.
En nu zitten de honden broederlijk naast elkaar naar de deur te kijken, of 't vrouwtje nog niet terug komt. Niet voor dat vrouwtje, maar van haar krijgen ze iedere morgen zo'n snoepbeentje, en van mij maar een keiharde korst oud brood. Het is aandoenlijk te zien hoe ze 's morgens voor mijn voeten komen zitten, omhoogkijkend, waar die korst nu blijft.
Hondenliefde? Mijn voeten, liefde voor eten, ja.
Honden, net als alle andere huisdieren, zijn vooral opportunisten, die een middel hebben gevonden om makkelijk aan eten te geraken, en daarom de indruk geven van liefde, gehoorzaamheid en inzet. Pavlov was er dichter bij.
Wij zijn het die de liefde toedichten aan de dieren, niet andersom.
Maar dat doet niet ter zake, ik zie ze toch graag, ook al weet ik dat het in feite een éénrichtingsverkeer is.
Wij zijn het, die wanhopig liefde toedichten aan alles en iedereen, in de hoop dat we het gevoel hebben dat het ook beantwoord wordt. Want we zijn wezens die gemaakt zijn als roedeldieren, we moeten ons thuis voelen in de groep, of we zijn niet gelukkig. Maar het leven is zo complex en zo uit zijn natuurlijk midden getrokken, dat dit niet meer zo evident is. We leven in veel gevallen niet meer echt in het roedel. We hokken in een degelijk en deugdelijk afgesloten huisje, veilig (?) voor onbescheiden blikken en moeizuchtigen... Want het is geen natuurlijk feit meer dat we het veroverde vlees meesleuren naar de groep, om het gezamelijk te verorberen, nee, we brengen een biefstukje, verpakt in een net papiertje om het wat onherkenbaarder te maken, mee naar het eigen huisje, waar we het verstolen opeten met ons eigen gezinnetje, afgeschermd van alle anderen.
Omdat we de roedel missen, houden we met zijn allen miljoenen honden, katten en kanarievogeltjes
in huis, om toch dat groepsgevoel te hebben, zelfs in ons veilige "My home is my Castle"-huisje.

Het echte antwoord woont net naast onze afgesloten deur.
En dat is net dat ambivalente in de moderne mens... Enerzijds wil hij veilig en afgezonderd een veilig huisje hebben om op zijn eentje weg te schuilen, anderzijds wil hij bij de groep horen, en genieten van het veilige van de sterke groep.
Op een of andere manier hebben we met het winnen van "beschaving", dat groepsgevoel verdrongen. Maar het zit nog steeds in onze genen, en we voelen steeds weer de drang om "er bij te horen".

In de steden, leven duizenden eenzamen, midden in een zee van mensen. Mensen die door de druk van conventies en beleefdheidsvoorschriften verleerd hebben contact te leggen met hun medemensen, met de groep. We zijn veel te kunstmatig bezig, en keren schijnbaar steeds meer en meer op onszelf...en worden steeds meer en meer eenzaam en eenzamer...

Om te proberen toch maar een middel te vinden om ergens bij te horen, gaan we clubs en verenigingen oprichten, die weliswaar verenigen, maar niet één maken, niet een roedel vormen. We staan dan ook met duizenden naast elkaar, dicht opeen gedrukt op onze vuvuzela's te toeteren naar enkele voetballende (dikbetaalde) ballenstampertjes, in een machtig front van "supporters", waarmee we soms zo ver gaan om gezamelijk vechtgroepen te vormen, allemaal in het teken van: "ik hoor er bij, dit is mijn roedel"...dat je na afloop van de match en de er op volgende herrie moet verlaten om terug te vallen in de kleine eenzame cocoontjes...

Een roedel kan slechts leven bij gratie van de opbrengst der leden. Als een lid niet bijdraagt tot het veroveren van voedsel, dan is de kans groot dat hij niet meer mag mee eten, en zelfs dat hij vervalt tot noodrantsoen. Door onze "beschaving" hebben wij eerst en vooral geleerd om de zwakke niet meer te beschouwen als noodrantsoen, maar te onderhouden. Dit was echter geen liefdadigheid, want die zwakte kwam in de meeste gevallen samen met de ouderdom, en ouderdom hing nogal vaak samen met ervaring, ervaringswijsheid... Dus was hij niet meer lichamelijk interessant, zijn geest bracht nog iets bij aan de groep, dus was dat ook het behouden waard... Dit was een evolutionaire doorbraak! Op dat moment zijn wij het intellect gaan valueren. Gij denkt, ik jaag.
We krgen dus een roedel waarin het gedrag niet meer één was. We doorbraken het natuurlijke, het fysieke systeem.
Maar heel onze fysiek, heel ons lijf heeft die evolutie niet echt mee gevolgd, en daardoor zitten wij met het conflict tussen de lichamelijke en de geestelijke noodwendigheden, en dus zijn we eenzaam, dus zitten wij vast op die tweespalt tussen lijfelijkheid en denken.

Toch is die tweespalt niet zo moeilijk te doorbreken, we moeten gewoon maar eens wat meer aandacht hebben voor de anderen, en zie, dan hebben die anderen plots ook weer aandacht voor ons. Want kijk, dat roedelgevoel, dat kun je dus ook geestelijk beoefenen!

Probeer het maar eens, zeg eens vriendelijk gedag aan je medemens, met een glimlach op de lippen, wedden dat ze je eerst verrast aankijken, maar in de meeste gevallen eens voorzichtig teruglachen? Durf eens te praten in de wachtzaal bij de dokter, in plaats van je weg te stoppen achter een tijdschrift... Stel je open, doe je geestelijke deur eens open en stel je bloot. De eenzaamheid kan maar wijken als je de deur openzet voor de anderen!

tot de volgende ?

Reblog this post [with Zemanta]

Geen opmerkingen: