zaterdag, september 12, 2009

Hoofddoekenkwestie

Women wearing burka in AfghanistanImage via Wikipedia

Ik weet niet aan de hoeveelste episode we bezig zijn van de hoofddoekenkwestie...
De gemoederen lijken weer naar het kookpunt te gaan, en als klap op de vuurpijl komt dan de beslissing dat in gans het gemeensschapsonderwijs de hoofddoeken moeten verboden worden.
Moeten we ons nu echt zo druk maken over die hoofddoekenkwestie ?
Let wel, de stelling van het gemeenschapsonderwijs geldt voor alle veruiterlijkingen van een godsdienst.
Dus ook geen kruisjes meer, of geen andere soorten medaillonnetjes die wijzen op een of ander geloof, geen keppeltjes meer (en wat met die speciale haardracht bij de Joodse kinderen?)geen van die puntjes op het voorhoofd bij de hindoe's of wat het ook zijn...Niets meer dat wijst op een of andere godsdienst.

Persoonlijk heb ik geen moeite met die zichtbare tekenen van een of ander geloof, en ik heb er evenmin moeite mee dat men het verbiedt...

Volgens mij moet je als gelovige veeleer "verinnerlijken" dan wel "veruiterlijken".

Maar met al die heisa zou ik bijna Karl Marx gelijk geven met zijn "Godsdienst is opium voor het volk" ! Want het lijkt er sterk op dat die uiterlijke tekenen door andersgelovigen of niet-gelovigen als een rode lap voor de stier bekeken worden, en dat kan en mag niet de bedoeling zijn. Als ik gelovig ben, dan is dat mijn zaak, ben ik het niet, dan is dat net zo goed mijn zaak. Ik moet mijn overtuiging niet veruiterlijken, ik ben geen banier, geen reclamebord, het zou veeleer mijn houding, mijn gedrag moeten zijn, die de mens nieuwsgierig maakt naar de redenen van dat gedrag. En ik bedoel daarmee niet weer op een veruiterlijking, op het gaan ostentatief zitten bidden of zoiets, nee, ik bedoel dat ik gewoon moet een goed mens zijn... dat is het enige uiterlijke teken dat niemand kan hinderen. Ik kan die goede mens zijn in eender welk geloof, zelfs in eender welk ongeloof. Dat is knap moeilijk, maar dat zou pas leiden naar een ideale wereld.

Ik heb maar met een ding moeite, dat is als mensen door hun voorgeschreven kledij absoluut niet meer herkenbaar zijn. U hebt vast al allemaal dat fotootje gezien met die ganse rij vrouwen in burka (of hoe heten die alles verhullende dingen?), met het onderschrift: "Dat is Miriam, of nee, dat is Miriam...of nee...Dat is miriam...."

Maar daar komt mijn mening niet voort uit een of andere pro of contra, maar gewoon dat in een wereld waarin de mensen dicht bij elkaar leven, herkenbaarheid ook een veiligheid in houdt. Onder zo'n alles verhullende kledij kan iedereen schuil gaan, je weet zelfs niet zo maar of het een man of vrouw betreft. Maar voor de rest, ze doen maar, als ze daar gelukkig mee zijn...

Maar ergens schuilt daar ook het probleem... Sommige sektaire gelovigen (je vindt ze in alle geloven!!!) gebruiken die duidelijke uiterlijke geloofsuitingen ook als een soort selectienorm! Neem nu die hoofddoeken, door een sektaire moslim worden die meisjes en vrouwen net gezien als de enige goeden, en door een even sektaire andersgelovige of een rabiate niet-gelovige worden die meisjes dan weer net bekeken als slecht. Met alle gevolgen vandien.

Bovendien weten we niet of zelfs bij die hoofddoekendragende meisjes iedereen wel echt zo happy is met die hoofddoek. Zo was het de-zondag-naar-de-kerk-gaan in de kleine gemeenten veel langer algemeen dan in de steden. Gewoon omdat er een soort inwendige controle was, wie niet ging verklaarde zichzelf anders dan de anderen. Het is pas onder druk van de mobiliteit dat ook in die kleinere gemeenten de kerkelijkheid steil geminderd is. Wij kunnen ons dezelfde vraag stellen over die hoofddoekenplicht bij moslimkinderen...

Met andere woorden, ik kan mij wel akkoord verklaren met het besluit in het gemeenschapsonderwijs. (en in alle openbare instellingen, hoop ik...)

Vanmorgen zijn we naar de rommelmarkt geweest, in de buurt van het UZ te Gent. Ik heb iets grappigs gehoord... Twee moslimvrouwen (met hoofddoek) zijn tegen elkaar aan het rammelen in hun voor ons onbegrijpelijke taaltje. Maar blijkbaar zijn er in die taal dan weer niet woorden voor alle dingen uit onze wereld... en dus hoorde ik tussen het koeterwaals plots heel duidelijk het woord "rommelmarkt". Kijk, zo weet je meteen, waarover ze brabbelen hé???

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: