dinsdag, juni 24, 2008

Heerlijk visweer...

en Ewoud gaat mee vissen... Toen ik het voorstelde sprong hij een gat in Allahs lucht.
Ik ga hem wat in mijn plaats laten vissen, op bliek... gedurende een uurtje of zo, want veel langer houden die mannen het niet uit om stil te zitten aan het water... Nadien kan hij wat rondkuieren in het park.

Ik zal na het vissen wel mijne après-fishing moeten laten vallen, want gewoonlijk ga ik nog eens binnen bij Luc, om een glaasje wijn te nippen...Nu moet ik wat vroeger thuis zijn, zodat Ewoud er is als zijn pa hem komt halen. Met kinderen hebt ge altijd last hé, 'k mis er zelfs mijn wijn door ! dju toch!

Op de rommelmarkt vond ik het werk van Hildebrandt, Camera Obscura... Ik heb daarover moeten leren in lang vervlogen dagen, tijdens de les "literatureluurgeschiedenis"... Maar verder wist ik er niets van, noppes, nada... Dus bracht ik het boek mee voor de prijs van een halve euro. (De klassiekers devalueren wijl je erbij staat!)
Ik heb het nog niet gelezen, wel een in gebladerd, en hier en daar wat opgesnoven van de teksten, en weet je wat ?
In feite scheelt het niet zo veel van de latere cursiefjes en van mijne blog, het zijn allemaal korte (nu ja, bij Hildebrandt iets langer dan bij de cursiefjes en bij mij) schetsen van een bepaalde situatie, en zijn gedacht daarover.
Ik kan er echter nog niet echt aan beginnen, daar ik nog aan het lezen ben in een van de werken van Cyriel Buysse, ook al een klassieker. Dat boek kreeg ik van Eddy, en ik zit nu tussen de vrekkige boeren te genieten van inbraken en houwelijken met het meissen. Heelder dialogen in het dialect (een beetje gekuist, maar toch) van hier rond Deinze... Ze eten er een smeiterham, een boterham met smoet in plaats van boter. Smeit zeggen ze hier, in west-vlaanderen is dat smoet, en ik meen dat het correcte (?nu ja?) reuzel is... Maar reuzel komt mij steeds voor als vet, terwijl smout heerlijk lekker is, als het goed is gemaakt, met een beetje zout (zaeit) wat peper en een snuifje note (muskaatnoot, goed vers gewreven op dat handige raspje waarin je de noot kunt opbergen na gebruik). Ook de kaantjes zijn lekker, met wat zout er op. Maar ik kan ze niet meer eten, het is te machtig, en mijn maag en lever zijn dergelijke overuren niet meer gewoon. Kaantjes, dat zijn de kleine restjes van vlees die je overhoud na het afsmelten van het vet, om er dan smout meer te maken. In west-vlaanderen waren dat krakels...

Vroeger werd het varken helemaal, maar dan ook helemaal opgegeten, met uitzondering van de beenderen... Nu zijn we veel secuurder, het mag niet vet meer zijn, en de varkens zijn ook daaraan aangepast! Vroeger zag je de varkens als enorme zware, vette beesten rondkuieren op de wei, of weggestopt in een donker hok... Nu zij de varkens veel slanker, en worden geslacht voor de speklaag te veel vet vertoont, want vet mag niet meer...
Vroeger, als je spek bakte in de pan, had je een hele laag vet in de pan, nu niet meer, want het vet lijkt ook anders van samenstelling... Je kunt nu dat vet uit de pan amper laten stollen, en waar het vroeger lekker was om je boterham eens in de pan te dopen, heeft het ook niet meer die lekkere smaak van "dans l' temps"...

Ik herinner me nog zo goed wat een feestdag het was als het varken geslacht werd !
Eerst sleurde de boer het onwillig krijsende dier uit zijn donkere hok, en zodra het goed en wel op de binnenkoer stond, nam de boer een moker, en gaf het beest een harde klop op de kop, waardoor het meteen door de poten ging. Allemaal in dezelfde beweging, zo leek het toch, was de hamer veranderd in een scherp steekmes, die met een beweging in de keel van het varken sneed. Het eruit gutsende bloed werd opgevangen om er later bloedworsten van te maken. Zodra het varken leeggebloed was, begon de boerin, na een snede brood in het bloed gelegd te hebben, in het bloed te roeren met haar hand, om zo het stollen van het bloed te voorkomen. Ondertussen werd stro rondom het dode varken gelegd, en in brand gestoken, om zo al de haren van het beest af te branden. Het beest werd in de vlammen nog eens gekeerd, zodat zeker alle haren afgebrand waren. Dan werd het met een harde borstel en wat water afgewassen. Ondertussen lag er al een ladder klaar, en met man en macht werd het zware, logge beest ruggelings op de ladder gelegd, en met haken, door de achterpoten, zodat ze netjes achter de sterke pezen zaten, werd het dier op de ladder gehangen, de ladder werd gerecht, en het varken hing er, slachtklaar... De buikholte werd verticaal geopend, en de ingewanden er uit gehaald. Ook de longen. Dan werd de borstkast met een hakmes opengehouwd, en werd het varken van alle onderdelen ontdaan, zoals de luchtpijp en dergelijke. Het beest werd helemaal opengelegd (getrokken), en men houwde de ruggegraat van op tot neer open, zodat het varken er netjes geopend hing.
Nu moest het beest vernachten, het bleef een hele nacht hangen in het koudste hok, zodat het vlees klaar was om te beenhouwen...
Ondertussen werden de darmen gereinigd. De dunne darm moest dienen om de worsten, de bloedworsten en de droge worsten in te stoppen, de dikke darm was om op te eten. Het keelstuk en de longen (in de volksmond de lichte lever) dienden om "pense" mee te maken, en van de kop werd hoofdvlees (geperste kop) van te maken.
's Anderendaags, heel vroeg was de slachter er dan, en het varken werd versneden, de hespen werden in de pekel gelegd, de koteletten werden gebraden, en in het vet ingelegd in steriliseerbokalen, het mindere vlees ging in gehakt, voor in de worsten, droge worsten en gedeeltelijk ook voor in de bloedworsten.
Het waren twee zware dagen, maar heerlijke dagen, er werd tussendoor gesmuld van het varken, en het was Kermiskost...
Als ik dat nu vertel tegen mijn kleinkinderen, dan bekijken ze met grote ogen, en vol afschuw...het beestje dooddoen... wat erg...
Wij vonden dat helemaal niet erg, in tegendeel! Niet dat wij het slachten op zich zo leuk vonden, maar wij dachten geen moment aan het beest an sich, wij dachten aan het vlees, de worsten, het leuke werk (voor ons, veel minder voor de boerin). Die beesten werden immers gekweekt om op te eten. Het was bij ons veeleer een praktische gedachte.
Toen ik jaren later mijn kinderen leerde om kippen en konijnen dood te doen en te kuisen, dan was het beeld al heel wat verschoven, en dan kloegen mijn kinderen al dat ze dat niet graag deden, die beestjes dooddoen... Dan troostte ik hen, met te stellen dat het me zou spijten als ze dat wel graag deden... Maar dat het moest, en dat het beter was het zelf te doen op een menselijke manier dan op de manier die ze soms zagen toepassen bij hun vriendjes, waar de konijnen soms minuten lang schreeuwden... Dat was een goed argument, en alle drie leerden ze het slachten van het kleinvee...
tevergeefs...
Want als bij Bart een beestje dood moet, dan brengt hij het hier, en wij mogen het hebben, want wellicht zou het hem nieteens smaken, zou hij denken aan dat mooie beestje in plaats van op het heerlijk stukje vlees...
Is het nu beter? Ik weet het niet, de mensen staan gewoon veel en veel verder van dat aspect van het leven af. Een biefstuk komt niet meer van de koe, maar van het rek in het grootwarenhuis... Het lijfelijke van het leven is wat weggedeemsterd...
Mijn kleinkinderen zullen wellicht nooit een kip of een konijn slachten, en het hopelijk ook nooit echt moeten doen, omdat ze het nodig hebben...Want dat was ook een aspect in ons leven... Ik kweekte konijnen om een frank bij te verdienen en om een stukje vlees te hebben. Dat is gelukkig nu niet meer nodig, en laat ons hopen dat ze het nooit meer nodig zullen hebben.
Maar dat bewijst ergens, dat een peta en een gaia, alleen bestaan bij gratie van de welvaart, mochten de mensen weer zelf een beestje moeten houden, om toch ook eens zo'n vlees te kunnen eten, dan zou men meteen het dierenleed en de dierenrechten vergeten, want dan gaat het eten voor alles uit...
Gaia en peta zijn met andere woorden, luxeproducten... kinderen van de welvaart.
Dat bewijst dat moraal ook te zien heeft met welvaart en welzijn! en als je even door redeneert, dan zul je ook vaststellen dat de manier waarop de kinderen nu opgevoed worden, zo anders is dan vroeger, omdat we het zo goed hebben...Vroeger was zelfredzaamheid, het zich kunnen verdedigen een vast onderdeel van de opvoeding, nu is dat geen noodzaak meer, en de kneusjes worden overbeschermd, en de sterksten worden geleerd geen misbruik te maken van hun capaciteiten...
Als we dat projecteren tegenover de natuur, dan stel ik me grote vragen... The survival of the fittest... diende dat niet om het ras te behouden en te versterken? Doen we nu niet net het omgekeerde? Zijn we niet bezig ons eigen menselijk ras te verzwakken?
Ik ga niet oordelen, maar kan het denken niet laten...
En ik ga zeker niet gaan prediken over een ubermensch, in tegendeel... Maar moeten we dan niet op zijn minst zorgen voor leefbare wereld voor iedereen? Want nu doen we twee totaal tegengestelde bewegingen in eens ! Ons eigen ras minder op lichamelijke sterkte richten, en tezelfdertijd de natuur zo giftig maken dat alleen de sterkste nog een kans zal hebben...
nadenken ! mensen, nadenken...

tot de volgende ?

tot de volgende

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoi Toontje, prachtige verhalen! Deels is het dat mooie Vlaams, maar je schrijft ook erg onderhoudend en grappig. Je zult me vaker gaan zien!

Gr. Happyturf