woensdag, mei 28, 2008

en ook de dinsdag,

dat is de vis-isdag, ook de dinsdag, dat is de vi-isdag, en 'k wou dat 't zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag altijd visdag was ! Vrolijk zouden wij altijd wezen, wezen, vrolijk zouden wij altijd zijn ja zijn....
(Variatie op het Chiroliedje van zondag ll )
Gisteren weest vissen in de malse regen. Onder moeders, sorry, luc's grote paraplu.
De grotere karpers beginnen te bijten, ik heb er geen gevangen, maar Geert ving er zelfs twee ! Geert is de zoon van Luc (vis). We vingen allemaal redelijk veel vis, maar bij mij zaten de kleintjes, en twee meter van mijn dobber lag de dobber van Geert, en daar zaten de grote ! Bizar hoe het komt dat vis nu eens hier dan eens daar zit... Maar het was prettig en plezant, en we vingen allemaal behoorlijk veel vis ! Luc wilde graag wat heel kleine bliek meenemen, om een voorraad op te bouwen om later mee te snoeken. Zoals gezegd die kleine pruts zat vooral onder mijn dobber... dus heb ik er heel wat van gevangen. Ik had ook een stekeldoorn, maar ik heb hem niet meegenomen voor Els, het was zo gek Bart speciaal te doen langskomen voor één schamel stekelvisje...
Toen we stopten met vissen kwam Jo juist thuis, en we moesten natuurlijk eens binnen om een pint te drinken. Volgende week gaat Jo op verlof naar Bugarije ! Pepee kwam er ook even bij, maar hij had zijn koffie mee en een doos koekjes. Nadien Luc thuisgebracht en daar nog vlug een glaasje wijn genipt, en dan naar huis, ik had reuzenhonger !
Gwendolyn zat straf te schrijven... ze was er niet graag bij, en nadien hoorde ik dat ze eerst wilde gaan spelen, maar dat was buiten Oma gerekend... Oma is een vieze had ze 's avonds tegen haar ma gezegd...
Al haar straffen zijn voor hetzelfde: ze kan niet zwijgen ! In de twee betekenissen van het woord, 1) ze babbelt graag, 2) ze moet altijd antwoorden, klinkt het niet dan botst het... Als we het haar zeggen, dan zegt ze dat ze geen baby meer is ! Vroeger heette zo iets frank zijn, nu zijn ze assertief... 't Klinkt wat properder, maar 't is even ambetant !
Vroeger,in onzen tijd sprak den ouden, moesten we leren te zwijgen als grote mensen praatten, nu leren ze in de school dat ze zich moeten uiten, en wij zitten met de gebakken peren en vranke kinderen... Ik ga niet beweren dat het in onze tijd goed was, maar ze zijn -comme d'habitude- weer van uiterst naar ander uiterst gewipt... Blijkbaar is het leven één grote zwaaibeweging, en iedereen weet dat het midden het beste is, maar ze zwaaien altijd maar door... Volgende generatie weer monddood ? Wellicht.

deden wij maar de helft moeten durven antwoorden van wat de kinderen nu antwoorden aan hun ouders, dan zaten wij uren op onze knieën, met de handen op het hoofd...En wellicht hadden we eerst een draai om de oren gekregen... We moesten wel opgevoede jonge kleine-grote mensjes zijn. Nu is het dus andersom... en al doe ik en oma haar best om het wat binnen de perken te houden, het is een telkens en telkens herbeginnen... vooral omdat ze in de school gestimuleerd worden om "assertief" te zijn... Nu is het voor kinderen niet eenvoudig om te weten wat assertief is, en wat storend is... Dat maakt ook dat je het hen niet manu militari kunt leren, want ze zijn zich op geen enkele manier bewust van het verkeerde... In de klas moet het zo...

Het weer is nog steeds belabberd, nog steeds dreigende vlagenzwangere hemelgeluchten in een dikke grijze deken dekken ons toe. Waar is de zon?

Ik weet wel dat het water nu een zegen is voor de vruchten des velds (plechtstatig hé?), maar ik hou meer van de zon! Ik hou van het spel van licht en schaduw in de takken van mijn linde, ik hou van het zuivere licht, ik hou van briljante kleurwisselingen, ik hou van de diepzwarte schaduwen, ik hou van de zonnenspotjes licht op de bruine humuslaag in het bos. Ik ben verliefd op de banen licht tussen de hoge stammen van de beuken, banen licht, vol met leven en dwarrelende dingetjes die telkens weer gouden miniflitsjes geven. Zon... heerlijk...

Als er één ding is dat de status van een Godheid heeft, dan is het de Zon... Zonder haar zou er zelfs geen leven mogelijk zijn op onze aardkloot. Het is het licht en de warmte die leven schenken. Bovendien kun je niet ongestraft je blik op haar richten ! Haar licht is zo fel dat ze je ogen onherstelbaar zou schenden. Het is in feite zo dat je kunt stellen dat één keer goed kijken naar de zon het laatste is dat je zou zien ! In dat geval zou het licht je de volledige duisternis schenken ! Logisch, je moet een God met deemoedig neergeslagen ogen benaderen. Oh wat ben ik weer poëtisch... maar ergens is er iets in mij die zo vervuld is van het leven, van de Aarde en de Zon, dat ik me heel klein voel bij dit wonder, en dat ik de onmetelijke grootheid ervan diep in me voel ingebakken zitten... Ergens zit, heel diep in ons, nog steeds een restje van de natuurgodsdiensten van een lang verleden...

We weten wat de zon is, we weten wat de aarde is, maar niettemin weten we nog steeds niet wat het leven is... Ook dat ondergaan we maar...

Ik moet niet de minste moeite doen om het gevoel te hebben van het warme zand van de duinen tussen mijn tenen en onder mijn voeten. Ik moet niet nadenken om weer de geur van de natte bosgrond te ruiken, al die dingen zitten als het ware in mij, in mijn leven. In gebakken... Onverbrekelijk geheel, deel van het geheel. We zijn een deel van de natuur, we zijn natuur ! Hoe geleerd we ook zijn (of doen), hoezeer we ons ook willen boven de rest van de wereld verheffen, we zijn en blijven er "maar" een deeltje van... En een heel ondankbaar deel, we verkrachten telkens en telkens weer ons eigen moeder, moeder natuur... Ondenkbaar ondankbaar.

U, ik, allemaal ! We kunnen niet meer anders, het zit in ons bestel... tot we het punt bereiken dat we met ons kleine mensenbestel heel het grote bestel van de natuur zullen verwrongen hebben en onszelf zullen vernietigen samen met de natuur, met het leven.

Hier vlak voor mij vliegt een heel nest jonge, kleine staartmeesjes uit, druk beschermd door beide ouders ! Waar ze genesteld hebben weet ik niet, maar het moet hier ergens zijn. Ze struinen tussen mijn hortensias zoekend naar insecten... Heerlijk toch ? Die mooie diertjes brengen me niet alleen vreugde, maar houden ook nog mijn voortuin insectenvrij. Er broeden hier in mijn piepkleine tuin nu merels, winterkoninkjes, staartmezen, pimpelmezen, koolmezen, heggemussen, bosduiven, turkse tortels en hele kuddes mussen... Misschien zitten er nog anderen, die ik niet opmerkte... Ik heb een wilde tuin, een tuin die alles heeft, behalve nette vormen en nette uitgemeten perkjes... alles groeit door een en wat verdrukt wordt verdwijnt. Het enige wat wij doen is pogen de te sterke woekeraars wat in te tomen. Voor de rest laten wij de natuur zijn gang gaan. Er staan altijd bloemen in, zelfs in de somberste wintermaanden zie je heide bloeien... Maar er zijn dus veel meer dan planten, ook vogels en andere diertjes zitten er in. en wonder boven wonder, blijkbaar is er een soort evenwicht ontstaan, want ik zie geen ziekten in mijn planten, geen aanvallen van horden insecten, nee alles lijkt zich goed en in evenwicht te houden. Nu en dan knip ik te wilde ranken weg van mijn blauwe regen of van de bisschopmuts of van de passieflora's die nu weer vol staan met dikke knoppen en binnenkort hun prachtige passiebloemen zullen ontplooien... Sommigen vinden mijn warrige tuin mooi, anderen vinden hem aardslelijk, maar ik hou er van, om het leven dat er in zit.

tot de volgende ?

Geen opmerkingen: