zondag, december 02, 2007

donkerdag

De dag ging wenend
aan mijn raam voorbij.
Nog schreit hij rood
in de oude beukenrij.
Van al zijn uren
was geen enkel blij.
Hun trage stoet werd
één verdriet voor mij.
(A. Speekaert)

Ik heb op de rommelmarkt een declamatorium gevonden...je kunt je dus verwachten aan poëtische ontboezemingen...

Ik herinner mij dat er ook zo'n een leerboek was in mijn collegetijd, maar waar dat boek gebleven is, is mij een raadsel. Ik had ook een prachtig boek met de verzamelde werken van Annie M G Schmidt, maar ooit heeft iemand dat eens geleend, en nooit teruggebracht...
Ik hou wel van poëzie...
Soms zit ik zelf te rijmelarijen, soms op vraag, soms zo maar.
Ik ben nog van de oude school, mijn gewrochten moeten nog rijmen.
Maar in het boek dat ik nu heb, staan er verscheidene die helemaal geen rijm kennen, maar wel een mooie "melodie". Er zal wel een naam voor bestaan, maar de enige term die ik mij mij nog herinner over het ritme, de melodie in een gedicht, is de Catsiaanse dreun...Te danken aan de werken van Vadertje Cats.
Omwille van het smeer
likt de kat de kandeleer....
tadumtadumtadum,tadumtadum tadum...
Heel iets anders dan wat ik nu zie.
Sommigen spelen ook met klankkleuren, veel lange aaa's en eee's...leuk, en ik kan de mooiheid ervan niet ontkennen, maar 't moet verdomd veel moeilijker zijn om van buiten te leren...Maar ja, dat doet men niet meer.
Ooit had ik vergeten een gedicht van buiten te leren, en voor straf moest ik Iris van Jacques Perk van buiten blokken...een kanjer van bladzijden lang...maar het is zo mooi dat ik het nu nog graag lees, en hele stukken nog van buiten ken. Mijn jongste zus heeft het mij indertijd zo dikwijls horen opzeggen tijdens het blokken, dat zij ook er nog hele stukken van kent.
Ik ben geboren uit zonnegloren, en een zucht van de ziedende zee, die omhoog is gestegen, in wolken van regen, gezwollen van wanhoop en wee... Perk had niet alleen rijmen, hij maakte er ook nog tussenrijmen bij...dus in een zin twee rijmen... Prachtig ! geboren, zonnegloren, gestegen, regen zee en wee...zie je het ? Mooi hé ? Beetje bombastisch in onze nuchtere tijd, maar oh zo mooi.... 't Is bijna een rocococococococo-kerkje, je hebt het gevoel dat je verdrinkt in de eindeloze details, en ieder detail is schitterend, en meestal ook nog verguld...

Taal...op gevaar van te zagen, ik ben verliefd op taal !

Buiten is het donker en grauw. Echt een weertje om weg te kruipen in poëzie en te drijven op wolken van woorden.

Een late vlieg hangt voor het raam...Kijkt hij naar de vrijheid? Of is hij blij dat hij binnen zit? Mijn scherm is een bron van licht op mijn sombere bureel, ieder klein ledlampje lijkt een heldere feestverlichting. Mochten er hier konijnen zitten, dan zat er wellicht een jager op mijn boekenkast, zijn geweer gericht op mijn klavier, een helder verlicht plekje in een donkere kamer.

Ooit las ik een spannend boek, waarin men sprak over een jachtkatapult, waar mee de man konijnen schoot. Ik dacht, dat kan niet, maar als je een katapult bouwt met de goede en voldoende sterke elastieken, en je schoot met stalen kogels, dan kun je wellicht wel een konijn voldoende lang verdoven om hem op te rapen. Met een gewoon steentje schiet je toch ook ferme builen in een blikken doos. Vroeger kon ik daar zeer goed mee schieten, nu gaat dit niet meer...Ook daar zal het wel zijn van oefening baart kunst, en rust roest... Ik vond dit vroeger een schitterend iets, ook al omdat het verboden was!, maar daar ik er zeer goed mee kon mikken, was het ook leuk, en kon ik ook daarmee een stukje "macht" veroveren...

Ooit, toen mijn broer scherpschutter was in de belgischen armee, en daar thuis pluimen voor kreeg, daagde ik hem uit om e schieten met de katapult, dat is echt schieten, zonder vizier, zo, echt met je eigen vermogen. Ik won natuurlijk, en mijn broer sprak nog maar zelden over zijn trofeeën... toch waar ik bij was. Het was verschrikkelijk hoe jaloers wij op elkaar waren, en hoe ons leven één grote competitie was om elkaar te overtroeven... Hij was een slecht verliezer, wij tekenden beiden voor ons jongste zus, dieren voor haar schrift natuurkunde, toen ik, na jaren, eindelijk een schildpad tekende die iedereen van het gezin mooier vond dan het zijne, was ik heel tevreden, en hij tekende nooit meer als ik er was... Ik moest hem gewoon overtroeven, en hij kon het niet verdagen als ik daar in lukte...Zo leerde hij gevechtstechnieken, sprak daarover, en dus daagde ik hem uit...Op het gras voor onze deur zouden wij worstelen, en ons moeder was scheidsrechter...Ons moeder heeft ons op de duur doen stoppen en verklaarde het match nul, voldoende voor mij om te sneren dat die gevechtstechnieken ook maar niks waren... God, wat was ik een jaloers ventje, jaloers op de oudere broer, en mijn positie van kleinsten verloren aan mijn zusje... Later leerde ik dat mijn houding een typisch voorbeeld was voor het rollenmodel in het gezin...'t Kan wel zijn, maar nog zit ik er mee, nog steeds voel ik bij het denken aan wijlen mijn broer, een beetje wrevel, gek, erg, de duts is er lang niet meer, en toch blijft er iets zitten, diep in mij...

Ik vermoed dat er bij Bart ook zoiets is, waar Veerle nog regelmatig over Koen praat, hem idealiseert, hoor ik Bart bijna nooit over Koen praten.

Gek hoe we heel ons leven de vrucht zijn van de gezinspositie die we hadden in onze jeugd. Gek dat je dat nooit helemaal kwijtraakt, ook al ben je al lang in een eigen gezinnetje. Mij moet men niet zeggen dat we helemaal vrij zijn in onze keuzes, nee, van in onze jeugd zijn we al gevormd in een mal die we nooit meer kunnen verbreken. En wat nog erger is, pas als we oud worden beginnen we de waarheid te onderkennen, te beseffen dat het niet echt een strijd is, niet echt een veroveringstocht...

Buiten zitten twee eksters te vechten voor een of ander...Wie is daar de middenste uit het nest?

tot de volgende ?

1 opmerking:

lieve zei

mijn gewaad is doorweven met parels die beven
als dauw aan de roos die ontlook
wen de dagbruid zich baadt
en voor t schuchter gelaat van Venus een waaier van vlammen ontplook
dan